Met gevaar voor je leven! Of toch niet?

10 september 2015 - La Paz, Bolivia

Puno en Lake Titicaca
Na een dag bussen komen we aan in Puno. Dit dorpje vlakbij Lake Titicaca is een uitgangspunt voor vele tours Lake Titicaca op. En wat een opties! We besluiten (zoals zovelen) om de Uros eilanden te bezoeken. Hier leven zo´n 2000 mensen op 87 dreivende rieteilanden midden op Lake Titicaca. Met de boot doen we een paar van de eilanden aan en we worden verwelkomt door een kleurrijke familie die ons toegemoet wuift. We worden uitgelegd waarom ze zo wonen en hoe ze de rieteilanden maken. De vrouwen zingen wat af en we mogen ons ook in de outfits steken. Samen bereken Lies en ik dat deze mensen 7x per week, 3x per dag, dus 21x per week een groep toeristen toezwaaid. Hmm... traditioneel of touristisch?? Wie zegt dat ze niet iedere dag de McDonalds bezoeken in Puno?? Toch moet het leven daar heel apart zijn en vrouwen hebben daar op gemak op hun 24ste (onze leeftijd) al 2 kinderen en het leven zal niet gemakkelijk zijn in een rieten hutje. Na een paar uur zwaaien we deze vrolijke waterbuurt weer gedag en gaan we terug naar Puno. Hier blijven we niet, we gaan gelijk door. We hebben helaas geen tijd om de jungle te bezoeken, maar hierdoor blijft er genoeg tijd over om een ommetje te maken naar La Paz in Bolivia. 

De Boliviaanse grens
We pakken de bus van Puno naar Copacabana en daarna door naar La Paz. Ondertussen moeten we de grens over. We worden uit de bus gezet en lopen naar een wat aftands immigratie gebouwtje (ja, dat is in Nederland wel andere koek). Hier krijgen we onze stempel van Peru en worden we aangespoort op te schieten door de buschauffeur. De bus (met onze bagage) rijd onderussen de poort door naar Bolivia en wij gaan ook die kant op. Als we de poort doorlopen staan we plots tussen een mensen menigte en klinkt er vrolijk muziek. Het blijkt een feestdag te zijn en er is een carnavalsoptocht!! Aangezien de bus nu toch word opgehouden kijken Lies elkaar aan en bestellen we gauw een koud biertje aan de kant van de weg. We zetten onze tassen neer, gaan zitten op gammele plastic stoeltjes, laat de carnaval maar komen!! Dit zou in Nederland niet kunnen. De hele grensovergang is gewoon verstopt door de carnaval. Opeens komt daar echter de buschauffeur; om onze aansluiting naar La Paz te halen moeten we haasten! Huh? We hadden toch 1,5 uur overstaptijd ondanks tijdverschil van een uur? Toch niet, we hebben maar een half uur, haasten! We klokken gauw een halve liter bier weg en banen ons een weg naar de bus en pakken onze tassen. Shit, we hebben helemaal niet gegeten! We kopen onderweg een pak crackers en lopen al dollend door de Carnavalstoet. We belanden in een busje op naar onze aansluiting, haasten, haasten! Eenmaal aangekomen moeten we daar nog een half uur wachten, wat nou haasten? Peruaans half uurtje in plaats van Veens kwartiertje bedoel je. Ach we hebben het gehaald en rijden naar La Paz.  

La Paz
Aangekomen in La Paz belanden we in hostel Pirwa. Omdat bij het vorige hostel de bedden super slecht waren (ik had afdrukken van de veringen toen ik wakker werd) zaten mijn nek en rug helemaal vast, ik kan mijn hoofd gewoon niet meer draaien. Lies heeft altijd al rug en wervel problemen en we besluiten in La Paz maar is de masseur op te zoeken. Deze is heerlijk! Ook boeken we voor de volgende dag de Death Road. Dit is de gevaarlijkste weg van de wereld. Omdat een grote hoeveelheid auto´s hier al over de kliffen is gestort wordt hier aangeraden om niet meer te rijden. Tegelijkertijd levert dit een nieuwe activiteit op: mountainbike de Death Road en wordt een Death Road survivor!! Tenminste, dit is de advertentie van het tourbureautje waar we bij boeken. De volgende dag stappen we weer in een busje en rijden samen met 8 anderen naar het beginpunt op 4800m. Na een ontbijtje stappen we in volle uitrusting in pak en en beschermers de mountain bike op. Eerst krijgen we uitleg over de regels en doen we een stuk over het asfalt. Dit gaat hard zeg!! We zoeven zelfs een paar auto´s voorbij. En het uitzicht was mooi!! Na het stuk asfalt begon de Death Road. Dit is een weg van grond en steentjes van circa 5m breed voornamelijk voorzien van een rotswand aan de rechterkant en een afgrond aan de linker. Maar goed, er is schijnbaar al in lange tijd (2 jaar) niemand meer van de rand gestort. Lisanne en ik stellen vast dat als je gewoon je fiets onder controle houd het helemaal niet zo gevaarlijk is. Kan je dit niet, dan moet je gewoon langzamer gaan. Algauw hebben we het onder de knie en bevinden we ons voorin de groep. Wat een uitzichten en wat gaaf om hier naar beneden te gaan!! Je ziet het pad zich zo om de berg wikkelen en deze beboste bergen leveren mooie plaatjes op. De gidsen zijn ook leuk en doen goed hun best met foto´s en filmpjes, wat een leuke activiteit! Het is in totaal 70 km naar beneden en deze vliegen voorbij. Er zitten een paar wat plattere stukken in de route en hier merk je goed dat Lies en ik Nederlanders zijn. Waar je iedereen ziet ploeteren en hoort hijgen en puffen, fietsen Lies en ik ze der allemaal uit! We genieten vollop van het biken en de uitzichten en als we dan eindelijk afstappen genieten we van een koud biertje en worden we de trotse eigenaren van Death Road survivor T-shirts. Na een lekkere lunch rijden we weer terug naar La Paz, wat een leuke dag! De volgende dag nemen we alweer de nachtbus naar onze volgende bestemming: Cusco, bekend om de Machu Picchu!

Foto’s